We streven er naar
dat iedereen lekker
in zijn vel zit.

Artikelen

Algemeen - Fenomeen van Meyerson: een case report (2025-05)

Artikel in PDF

Een 24-jarige man presenteert zich met vrij acuut ontstane jeuk en branderigheid aan alle moedervlekken, waarbij de huisarts dacht aan een maligne oorsprong of een relatie met een middag golfen. Bij histologisch onderzoek bleek er sprake van het fenomeen van Meyerson, een zeldzaam en weinig beschreven eczemateuze reactie op benigne naevi.

Casus

Op de polikliniek dermatologie werd een 24-jarige man gezien met een blanco dermatologische voorgeschiedenis. De patiënt werd verwezen vanwege acuut ontstane jeuk en branderigheid aan alle moedervlekken op het gehele lichaam. De klachten bestonden reeds vier dagen en ontstonden aanvankelijk alleen bij de moedervlekken op de romp en in de nek. Bij presentatie waren de jeukklachten afgenomen en had patiënt geen koorts of andere symptomen ervaren. De patiënt vermeldde dat hij drie weken eerder, tijdens het golfen, met zijn hand door struiken was gegaan, wat toen uitslag op de hand had veroorzaakt; hiervan waren nog enkele littekens zichtbaar. De patiënt, wonend in een studentenhuis en werkzaam in de IT-sector, had behalve hooikoorts geen relevante medische voorgeschiedenis, gebruikte geen medicatie en had geen bekende allergieën.

Wij zagen multipele lenticulaire bruin-erythemateuze papels met deels een papillomateus aspect, sommigen met centraal een crust, verspreid over het lichaam, alwaar patiënt van aangaf dat hier altijd al moedervlekken gezeten hadden (afbeelding 1 en 2). Dermatoscopisch onderzoek van enkele laesies toonde een wisselend pigmentnetwerk en globules. Er was geen sprake van positief dermografisme, hoewel de huid subjectief als geheel gevoelig werd ervaren. Een in toto inspectie van de huid bracht geen voor cutane (pre)maligne verdachte afwijkingen aan het licht. Differentiaal diagnostisch werd, naast het fenomeen van Meyerson, aan pityriasis lichenoides et varioliformis acuta, insectenbeten, beginnende psoriasis guttata, pityriasis lichenoides chronica en papuleus eczeem gedacht. De diagnose urticaria pigmentosa werd niet overwogen gezien het voorkomen van de huidafwijkingen beperkt bleef tot naevi.

Er werd een 8 mm excisiebiopt afgenomen van een laesie op de linker bovenarm. Histopathologisch onderzoek toonde meerlagig plaveiselepitheel met focale hyperparakeratose en neutrofiele granulocyten, passend bij krabartefacten. In de dermis werden nesten, rijtjes en solitaire nevoïde cellen met basale uitrijping aangetroffen. Daarnaast was er sprake van spongiose en een lymfocytaire infiltratie, wat resulteerde in de diagnose van Meyersonse (eczemateuze) naevi (afbeelding 3 en 4).

De klachten verdwenen na enkele dagen spontaan zonder additionele therapie en er bleek geen residu of recidief van klachten bij follow up na zes weken.

Bespreking

Een naevus van Meyerson is een eczemateuze reactie ter plaatse van een pre-existente naevus. Het is voor het eerst beschreven in 1971 door de Amerikaanse dermatoloog Lawrence B. Meyerson bij twee mannen rond de twintig jaar met jeukende papulosquameuze huidafwijkingen op de romp en extremiteiten, vrijwel uitsluitend gelokaliseerd op naevi. [1] Later werden de termen Meyersonse naevus, fenomeen van Meyerson of halo dermatitis gebruikt als beschrijving van deze eruptieve huidafwijking. [2] Tot op heden zijn er tientallen case reports gepubliceerd waarin Meyersonse naevi als waarschijnlijkheidsdiagnose werd gesteld. De aandoening komt het meest voor bij mannen jonger dan 25 jaar, met een man-vrouwverhouding van 3:1. [3] Er is geen duidelijke relatie met atopie. [4] Betrokkenheid van alle naevi op het lichaam is niet eerder beschreven. Ondanks dat het fenomeen vrijwel uitsluitend voorkomt bij naevi, worden ook cases beschreven van het fenomeen bij verrucae seborrhoicae, dermatofibromen, melanomen, lentigines, keloïden, mollusca contagiosa, naevus flammeus, basaalcelcarcinomen en plaveiselcelcarcinomen. [3,5] Differentiaal diagnostisch kan naast het fenomeen van Meyerson onder andere gedacht worden aan halo naevus, nummulair eczeem en pityriasis rosea. De onderscheidende factor ten opzichte van het fenomeen van Meyerson is dat het laatste ontstaat in pre-existente huidafwijkingen. Bij betrokkenheid van een enkele naevus, moet differentiaal diagnostisch gedacht worden aan een dysplastische naevus of een melanoom. Het fenomeen van Meyerson is benigne en self-limiting. De jeukklachten kunnen behandeld worden met topicale corticosteroïden.

De pathofysiologie achter het fenomeen lijkt te berusten op een immuunreactie gericht tegen de pre-existente efflorescentie, hoewel de exacte oorzaak tot op heden onbekend is. Histologisch wordt een influx van diverse immunologische cellen en eiwitten gezien. In een reeks van case reports werden uitsluitend gepigmenteerde junctionele of samengestelde naevi gezien met epidermale spongiose, parakeratose en een perivasculair lymfohistocytair inflammatoir infiltraat met verspreide eosinofielen en voornamelijk CD4+ T-lymfocyten. [4] Er wordt gesuggereerd dat het fenomeen mogelijk secundair is aan de interactie tussen CD4+ T-lymfocyten en een verhoogde expressie van het intracellular cell adhesion molecule 1 (ICAM-1). Expressie van ICAM-1 kan worden gestimuleerd door behandeling met interferon-a-2b en ribavirine voor respectievelijk polycythemia vera en chronische hepatitiden. Er zijn enkele cases beschreven waarbij het fenomeen ontstond onder deze therapieën. [3] Tevens wijzen epidemiologische gegevens op een toename in incidentie tijdens de zomermaanden, waarbij het fenomeen van Meyerson soms wordt beschreven na ernstige zonverbranding. Blootstelling aan UV-straling kan leiden tot een verhoogde expressie van antigenen op naevuscellen, wat mogelijk een daaropvolgende immunologische reactie veroorzaakt. [4]

Conclusie

Deze casus laat een bijzondere presentatie zien van het fenomeen van Meyerson door betrokkenheid van alle naevi. De relatieve onbekendheid van de diagnose kan tot onzekerheid leiden bij zowel de behandelaar als de patiënt. Het onderscheidende klinische kenmerk is de aanwezigheid van pre-existente naevi of andere huidaandoeningen op de plaats van de eczemateuze inflammatie. Bij patiënten met deze casuïstiek dient men het Meyerson-fenomeen te overwegen. Het afnemen van een (excisie)biopt met gerichte vraagstelling is essentieel voor het bevestigen van de diagnose, het uitsluiten van alternatieve verklaringen en/of het uitsluiten van een maligniteit bij een solitaire aangedane pre-existente efflorescentie.

Leerpunten

• Het fenomeen van Meyerson blijft niet beperkt tot naevi maar wordt ook bij andere huidaandoeningen gezien.
• Het fenomeen van Meyerson is relatief zeldzaam, maar benigne en self-limiting.
• Er bestaat mogelijk een relatie met UV-straling, en medicatie gebruikt bij polycythemia vera en chronische hepatitiden.

Literatuur

1. Meyerson LB. A peculiar papulosquamous eruption involving pigmented nevi. Archives of Dermatology. 1971 May 1;103(5):510.
2. Balato A, Lembo S, Cirillo T, Megna M, Napolitano M, Balato N. Meyerson phenomenon around aevi: resolution after sun exposure? Acta Dermato Venereologica. 2011;91(3):3523.
3. Loh J, Kenny P. Meyerson Phenomenon. Journal of cutaneous medicine and surgery. 2010 Jan 1;14(1):30–2.
4. Cook-Norris RH, Zic JA, Boyd AS. Meyerson’s naevus: a clinical and histopathological study of 11 cases. The Australasian Journal of Dermatology. 2008 Nov 1;49(4):191–5.
5. Hofer T. Meyerson phenomenon within a nevus flammeus. The different eczematous reactions within port-wine stains. Dermatology. 2002;205(2):180-183

Correspondentieadres

Bart Sweers
E-mail: bart.sweers@live.nl 

Wendelien Veldkamp
E-mail: w.veldkamp@bernhoven.nl