Artikelen
Artikelen - Aquatische dermatologie (2021-08)
Artikel in PDF
M.T.W. Gaastra
Het lijkt heel lang geleden, maar hoe fijn is het weer om in een mooi tropisch oord in het blauwe water te zwemmen, snorkelen of duiken. Helaas kunnen de beesten die in het water leven wel ervoor zorgen dat de vakantie iets minder gezellig is. Dit levert specifieke huidproblemen op. Gezien de uitgebreidheid van de mariene problematiek zal ik mij beperken tot een tweetal zaken die regelmatig voorkomen: kwallen en bacteriële infecties.
De indeling die in 1987 gemaakt is van de Aquatische Dermatologie [1] wordt nog steeds voor het grootste deel gehanteerd. Een aantal kwallen behoren tot de meest giftige organismen op aarde.
De Australische zeewesp (Chironex fleckeri) bezit in volwassen toestand voldoende gif om 60 volwassenen te doden. Dat is best knap voor een dier dat voor 96% uit water bestaat (afbeelding 1). Het gif bevat een drietal componenten:
1. Een sterke dermato-necrotische factor
2. Hemolytische component.
3. Een onderdeel dat direct toxisch effect heeft op het myocard.
Er is gelukkig een antigif aanwezig. Maar het is goed zich te realiseren dat er in Australië meer mensen doodgaan aan deze kwal dan aan haaienbeten. Aan de Chironex verwante soorten worden ook gevonden buiten Australië. Met name in de gebieden rondom de Zuid-Chinese zee. Eerste hulp bestaat uit het voorkomen dat meer netelcellen gaan vuren. Dit gebeurt door het aangedane gebied te overgieten met huishoudazijn of 3-5% azijnzuuroplossing. Check de ABC’s. Breng daarna lokaal sterke steroïden aan. Niet alleen ter behandeling maar ook ter voorkoming van postinflammatoire hyperpigmentatie (afbeelding 2).
De aquatische infecties zijn anders dan die we van boven water gewend zijn. Als voorbeeld kennen we allemaal de Mycobacterium marinum infecties. Maar er is veel meer op dat gebied. In zoutwater zorgen met name de Vibrio soorten voor problemen. De huidafwijkingen starten met licht erytheem en oedeem. Deze gaan snel over in vesikels en haemorrhagische bullae. En binnen 24 uur is er necrose en vasculitis van de kleine vaten (afbeelding 3).
Behandeling bestaat uit lokaal mupirocine en systemisch ciprofloxacilline 500mg 2dd1 gedurende 10 dagen. De gangbare penicillines hebben geen effect. In zoet water gaat het met name om Hydrophila spp. Infectie hiermee wordt gekenmerkt door progressieve cellulitis, bullae en necrose. De behandeling is dezelfde als bij zoutwaterinfecties. Let er wel op dat bij kweken op de standaardmedia minder dan 1% van de mariene bacteriën groeien. Dus bij verdenking op aquatische infecties is het handig dit aan te geven bij de bacterioloog zodat er met specifieke temperaturen en zoutwaterconcentraties gekweekt kan worden.
In de Nederlandse wateren leven ook organismen die hun invloed kunnen hebben op de huid. In zoet water is dit met name het geval bij de cercariën dermatitis (Trichobilharzia ocelata). Jeukende en erythemateuze papels op de onbedekte huid kunnen 2-10 dagen blijven bestaan. Symptomatische behandeling is zo nodig aangewezen.
De aan de Noorzeekust voorkomende kwallen geven voornamelijk lokale klachten van branderigheid en jeuk. Een urticariële reactie op de plaats van het contact is vaak gedurende enkele minuten tot uren zichtbaar. Soms treden ook systemische klachten op als misselijkheid, overgeven en algehele malaise. De kompaskwal en de gele haarkwal kunnen de meeste klachten geven. Behandeling is ook hier symptomatisch. Buiten de kwallen is er in de Nederlandse kustwateren nog een boosdoener die een stranddag kan verpesten: De Kleine Pieterman (Echiichtys vipera) is een vis die onze kustwateren steeds meer gaat bevolken als gevolg van het opwarmen van het zeewater. Buiten lokale klachten van zwelling en ontsteking treden vaak ook hoofdpijn, hartkloppingen, koorts, duizeligheid en braken op. Heet water is een belangrijke eerste hulpmaatregel. Daarna ook hier symptomatische behandeling.
Literatuur
1. Mandojana RM, Letot B. Historical outlook of aquatic biotoxicology and balneology as related to dermatology classification of aquatic dermatoses. Clin Dermatol.1987;5(3):1-7.
Correspondentieadres
Menno Gaastra
E-mail: m.gaastra@huidmedischcentrum.nl