We streven er naar
dat iedereen lekker
in zijn vel zit.

Artikelen

Arts en Auto - Kantoorurenspecialisme (2020-10)

Jubileum nummer

Artikel in PDF
Marjan Enzlin

Eén van onze dochters werd 20 jaar geleden geboren met een nauwelijks zichtbare vlek op haar schoudertje. Eigenlijk was het meer een verkleuring van de huid, zo licht dat de vlek – die een groot deel van haar schouder bedekte – pas na een paar dagen door ons werd opgemerkt. Ik besteedde er weinig aandacht aan, maar de vlek leek met het kind mee te groeien, werd donkerder en de arts op het consultatiebureau zei dat ik er toch eens een dermatoloog naar moest laten kijken. 

Dat was begin van een tweejaarlijks uitstapje naar een alleraardigste dermatoloog, die vertelde dat het een reuzenmoedervlek betrof, die we in de gaten moesten houden. De vlek werd bekeken, opgemeten en gefotografeerd. Niet gehinderd door enige kennis van de materie leek het mij een goed plan om een vlek die later mogelijk kwaadaardig zou worden direct weg te halen, maar dat was geen goed plan, vertelde de dokter. De vlek was op de huid al zo groot als de halve schouder en vermoedelijk onder de huid nog groter. Weghalen tijdens de groei zou lastig zijn en was ook niet nodig. Gewoon tweejaarlijks laten controleren, het kind laten groeien en dan in een aantal operaties weghalen, was het advies.

Aldus geschiedde 17 jaar later. Onze dochter en haar dermatoloog, waren het erover eens. Al hadden ze elk een eigen argument. ‘Jij wilt van die lelijke vlek af’, zei de dermatoloog turend door een soort vergrootglas ‘en ik vind dat het medisch gezien tijd wordt, dus we vragen de plastisch chirurg hem weg te halen’. Vier operaties en bijna twee jaar later was de vlek vervangen door een groot litteken. Beslist geen kwestie van ‘even een vlekje wegwerken’, maar het kind, inmiddels bijna een jonge vrouw, was zeer gelukkig. Zelf kwam ik als patiënt slechts één keer bij een dermatoloog. Nadat in een maand tijd drie keer iemand tegen me gezegd had dat er iets op mijn wang zat, ging ik het bedoelde moedervlekje eens wat beter bekijken. Het ding zat er al sinds ik me kon heugen, maar nooit eerder had iemand me erop gewezen, dus toen dat ineens wél gebeurde, realiseerde ik me dat er iets veranderd moest zijn. Dat was ook zo, bleek bij inspectie voor de spiegel. Het vlekje dat eerder vlak was, had het zich in korte tijd ontwikkeld tot een bultje, waarmee ik naar mijn toenmalige huisarts ging, voornamelijk omdat ik het lelijk vond. ‘Haal maar weg’, zei ik tegen de huisarts die ik had leren kennen als een dokter die kleine ingrepen graag zelf deed. Maar de huisarts stuurde me naar een dermatoloog. ‘Omdat ik zeker wil weten dat het onschuldig is én omdat het in je gezicht is’, beargumenteerde hij. ‘We hebben niet voor niets specialisten.’

Eenmaal bij de dermatoloog werd ik gerustgesteld over de aard van mijn moedervlekbultje en in hetzelfde consult werd het verwijderd. Snel en netjes. En passant vroeg ik naar wat andere vlekjes op mijn huid, die door de dokter tot mijn schrik ‘onschuldige ouderdomsvlekken’ werden genoemd, waarna nog een opgewekt ‘wen er maar aan, het worden er nog veel meer’ volgde. ‘En bedankt’, zei ik ‘ben ik op mijn veertigste net van mijn jeugdpuistjes af, krijg ik ouderdomsvlekken’. Enfin, tamelijk onbeduidend allemaal in vergelijking met werkelijke huidproblemen. Want de huid, en zeker de voor iedereen zichtbare huid, is behalve voor de weerspiegeling van de algemene gezondheid, voor sommigen een grote bron van zorg, pijn en schaamte. Nog afgezien van het feit dat een beschadigde huid ook porte d’entrée kan zijn voor enge bacteriën die we liever niet in onze bloedbaan hebben. Zo kwam een vriend van me, die zijn hele leven al lijdt onder heftig eczeem, eens op de intensive care terecht met sepsis, veroorzaakt door een bacterie die via zijn open gekrabde arm het lichaam binnendrongen was. Toen hij daarvan opgeknapt was, zorgde een dermatoloog ervoor dat de eczeem voortaan onder controle bleef en zich deze heftige gebeurtenis niet herhaalde.

Nog een voorbeeld. De aanvankelijk onbeduidend lijkende jeugdpuistjes van onze andere dochter, die zich in no time ontwikkelden tot een volledig ontstoken gezicht, waartegen huismiddeltjes en diverse antibiotica van de huisarts niet hielpen. Toen ze uiteindelijk bij een dermatoloog kwam, vloekte deze geïrriteerd dat ze veel eerder had moeten komen. Hij schreef haar vervolgens een heftige medicamenteuze therapie voor die een klein jaar in beslag nam en waarvoor ze maandelijks haar bloed moest laten controleren. Maar helpen deed het wel en behalve dat de pijn verdween, durfde onze dochter zich ook weer in het openbaar te vertonen. Over kwaliteit van leven gesproken.

Dermatologen worden niet altijd op waarde geschat door andere medisch specialisten, merk ik wel eens. Ooit zei een hippe chirurg, vol van zijn eigen specialisme, tegen me: ‘Wie als basisarts een baan van 9 tot 5 ambieert, moet dermatologie kiezen; nauwelijks spoed en geen diensten’. Die man heb ik toen maar even verteld dat hij naar mijn mening het belang van dermatologen voor de kwaliteit van leven van patiënten onderschatte. Want als er iets goed mis is met ons grootste en meest zichtbare ‘orgaan’, maken juist dermatologen het verschil. En het lijkt mij tamelijk onbelangrijk dat ze dat doorgaans tijdens kantooruren doen.

Correspondentieadres 

Marjan Enzlin
E-mail: marjan.enzlin@artsenauto.nl