We streven er naar
dat iedereen lekker
in zijn vel zit.

Artikelen

Huid in gedichten - Het gras heeft jeuk (2025-05)

Artikel in PDF

Trek je eigen huid dan uit, 
stop mij eronder in. [1] 
Bart Moeyaert

Over de functies van de huid zijn boekdelen geschreven: in handboeken, leerboeken, gezondheidsencyclopedieën, wetenschappelijke tijdschriften, folders en websites. Veelal in lange en uiterst saaie stukken. Waar die huidfuncties toch eenvoudig en beeldend zijn samen te vatten, in iets meer dan tien woorden, zo bewijst Jan Paul Schutten in een jeugdboek, bedoeld voor lezers vanaf 11 jaar: “Onze huid is pantser, airconditioning, verwarming, apotheek en alarminstallatie ineen. Welke winkel verkoopt zoiets?” [2] En passant waarschuwt hij de lezertjes voor al die aanstellerige wetenschappers met hun moeilijke woorden.

Schutten opent de deur naar kinderliteratuur, temeer daar Nederland beschikt over fantastische auteurs van vooral kindergedichten op hoog niveau. Prettige bijkomstigheid: Enkele jaren geleden verscheen een uitgebreid standaardwerk, een prachtig geïllustreerde uitgave van moderne Nederlandse kinderpoëzie, samengesteld door Jaap Robben. [3] Let wel: dat zijn geen gedichten óver kinderen maar gedichten vóor kinderen - van zes tot twaalf jaar - waarbij het perspectief samenvalt met dat van kinderen, zonder door de knieën te gaan. Door het kinderperspectief ontstaat bij volwassen een drieledig effect: je voelt je weer het kind dat je zelf was, plus het kind dat je nooit was én het kind dat je nog altijd bent. Een wonderlijke leeservaring.

Druppels met een jasje

Schrijven voor kinderen is geen spielerei, het vereist vakkundigheid. Het onderscheid tussen poëzie met een grote of een kleine p berust nergens op. Willem Wilmink benoemt als uitdaging om voor kinderen te schrijven dat de auteur alles moet herleiden tot zijn essentie om zo concreet mogelijk te zijn: Er is een wiskundig genoegen in, alles zo eenvoudig te formuleren als het maar kan. Literatuur voor kinderen mag niet al te abstract zijn. Hij zou graag alle Nederlandse auteurs verplichten ten minste één kinderboek te schrijven. Het zou onze bellettrie eenvoudiger en daardoor vaak veel beter maken. [4]

Gedichten voor kinderen moeten daarnaast verrassend zijn, met een diepere betekenis onder de woorden en de zinnen, zo verklaart bloemlezer Jaap Robben zijn keuzes in de verantwoording. Een goed voorbeeld levert Gil vander Heyden in zijn dubbele typering van sneeuw: “Sneeuw is regen / die het koud heeft, / druppels / met een jasje aan.”

De diepere betekenis die kan schuilgaan in een kindergedicht staat in een tekst van Hans Hagen, getiteld Herfst, waarin hij existentiële twijfels verbindt aan het lot van een bijna vallend blad: 

is het blaadje
dat het langst blijft hangen
nieuwsgierig
naar wat er komen gaat
of durft het niet te vallen
bang
dat het iets achterlaat.

Harkerig krabben

Wie vanuit de kinderlijke belevingswereld schrijft, stuit vrij snel op de huid. De gezond blozende huid dan wel de variant met weeffouten of narigheid. Neem alleen al de lange titel van het gedicht van Frank Adam, Jeukt de jeuk in jou net zoals de jeuk die jeukt in mij?, een tekst die je niet kunt lezen zonder zelf kriebels te krijgen. Het thema jeuk werkt Edward van de Vendel uit in Park. Wie jeuk heeft, gaat krabben. Zo simpel is het. Hij geeft er een extra dimensie aan door krabgedrag als iets natuurlijks te presenteren in een scène met tuinlieden en een hondje, met een tot de verbeelding sprekende slotstrofe:

Zeven
Mannen met een hark
krabben zachtjes
aan het park.

Een hondje denkt: wat leuk,
ik help mee, het gras heeft jeuk –
alle perken in het rond,
modderklodders op de grond,
daarna terug, hè hè, gedaan,
baasje zullen we weer gaan?

Zeven
mannen met een schop
krabben zachtjes
op hun kop.

Van de Vendel moet een zwak hebben voor het thema huid want in de vier populaire Superguppie-delen duikt het thema enkele malen op, al zijn die niet allemaal opgenomen in Robbens bloemlezing. Zo ontbreekt het gedicht Land waarin de dichter het lichaam benoemt tot een geheim, en de huid als buitenkant van het lichaam transformeert naar een onbekend buitenland; de eigen huid als terra incognita.

Mijn lijf is een terrein
waar ik zelf niet kan komen.
Mijn lijf is een geheim
met een huid,
hier aan de buitenkant.
Ik kan niet bij mezelf naar binnen.
Ik ben mijn eigen
buitenland. [5]

In Vlekje tovert hij op een meisjeshuid een roos tevoorschijn, afkomstig uit een heus ‘moedervlekkendoosje’:
Ik heb een vlekje op mijn been,
dat eruitziet
als een roosje.
Ik kreeg het van mijn moeder,
denk ik,
uit een moedervlekkendoosje.
Is het een stiekem bloemetje
Dat ik alleen maar ken?
(En mama dus misschien?)
Of is het een bewijsje
dat ik een lentemeisje ben?
(Wil je het even zien?) [5]

Een mens is nooit te oud voor een goed kinderboek. Zo kreeg ik als volwassene ooit van een goede vriendin Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel cadeau, geschreven door Ted van Lieshout, een gedichten- en prentenboek dat nadien een plek kreeg in het kloeke verzamelboek Hou van mij, vol met illustraties van zijn hand en de prachtige, heupwiegende kernregels:

Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel.
En wie de moeite neemt om het te aaien
hoort dat het praat: dankuwel, dankuwel. [6]

Weinig auteurs zijn mij tot aan de dag van vandaag zo dierbaar gebleven.

Speelsheid en denklust

Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Het zijn mensen bij wie in aanleg alles aanwezig is, maar wier mogelijkheden nog niet zijn vastgelegd. Hoewel hun denken zich in de hiëroglyfische fase bevindt, is dat geen reden hun denkwereld niet serieus te nemen. Welbeschouwd bezien we de wereld slechts één keer, in onze kindertijd. De rest van ons leven teren we op herinnering. En waar volwassenen nogal eens ertoe neigen het leven zinloos te achten, is voor kinderen alles juist zinvol, is alles wat ze doen en ervaren niet meer of minder dan precies dat: iets wat ze doen en ervaren. Aldus de filosoof Giorgio Agamben. [7]

Hebben we voldoende respect en aandacht voor kinderen en kinderliteratuur? Een positief antwoord op die vraag is de publicatie van enkele modules kinderdermatologie als aanvulling op de richtlijnen voor de volwassenenzorg (zie pagina 11 van dit nummer). Er zijn meer voorbeelden te noemen. Zo erkent wiskundige en hoogleraar publiekscommunicatie Ionica Smeets dat ze heel graag optreedt voor een gezelschap kinderen. NRC-columnist en filosoof Stine Jensen schonk een cadeau aan alle aanwezigen bij haar oratie als bijzonder hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus School of Philosophy; een door haar geschreven kinder- annex kleurboek voor filosofen. Omdat filosofie kleur aan het leven geeft en het kind in de volwassene wakker houdt: “Filosofie lijkt ernstig en zwaar. Maar het draait vooral om speelsheid en denklust. [8]Een ander pregnant voorbeeld is ethicus Wendy Bos die inhaar dissertatie over medisch-ethisch onderzoek bij kinderenbewust een apart hoofdstuk opnam met een samenvattingvoor kinderen. [9]

Van optredens voor kinderen tot aan het zelf schrijven van een kinderboek, het zijn allemaal voorbeelden die tot navolging prikkelen. Voor wie dat niet haalbaar is, kan zich als lezer overgeven aan al die aanstekelijke en leerrijke kinderboeken. Naar mijn mening mogen Robbens bloemlezing, Van Lieshouts Hou van mij, de Superguppie-boeken van Van de Vendel alsook Wilminks Verzamelde liedjes en gedichten in geen enkel huishouden ontbreken. Want kinderboeken en kinderpoëzie ontgroei je niet.

Met dank aan Wendy Bos voor het meedenken over geschikte gedichten.

Literatuur

1. Moeyaert B. Siberië. In: Verzamel de liefde. Querido, Amsterdam 2010.
2. Schutten JP. Het wonder van jou en je biljoenen bewoners. Gottmer, Alkmaar 2017.
3. Robben J (samenst.). Heel de wereld wordt wakker - Het beste van de moderne kinderpoëzie in 333 gedichten. Gottmer, Alkmaar 2022.
4. Wilmink W. Schrijven voor kinderen. In: Handig literatuurboek - voor mensen met meer verstand dan opleiding. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2016:432-3
5. Van de Vendel E. Superguppie is alles. Querido, Amsterdam 2014:111,130.
6. Van Lieshout T. Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel. Leopold, Amsterdam 1990. Ook in Van Lieshout T. Hou van mij. Leopold, Amsterdam 2009:55.
7. Agamben G. Idee van het proza [vertaling: Ineke van der Burg]. Boom, Amsterdam 2019.
8. Jensen S. Kleurboek voor filosofen. Pepper Books, Alkmaar 2024.
9. Bos W. Samenvatting voor kinderen. In: Bos W. Children in medical research - Ethical challenges [dissertatie]. Erasmus MC, Rotterdam 2017:153-157.

Correspondentieadres

Frans Meulenberg
E-mail: f.meulenberg@nvdv.nl