We streven er naar
dat iedereen lekker
in zijn vel zit.

Artikelen

Kennismaking - Werkgroep Auto-immuunblaarziekten (2019-02)

Artikel in PDF

De werkgroep Auto-immuunblaarziekten valt onder de domeingroep Inflammatoire Dermatosen van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie. De werkgroep bestaat uit Barbara Horváth (voorzitter), Gilles Diercks, Martijn van Doorn, Antoni Gostyński, Aniek Lamberts, Joost Meijer, Hendri Pas, Bram van Rhijn en Maarten Vermeer.

Wij stellen ons aan u voor


Van links naar rechts: Maarten Vermeer, Hendri Pas, Antoni Gostyn´ski, Marcel Jonkman, Barbara Horváth, Joost Meijer, Martijn van Doorn, Gilles Diercks, Aniek Lamberts. Niet op de foto: Bram van Rhijn.

Het doel van de werkgroep is het verhogen en waarborgen van de kwaliteit van de patiëntenzorg, door te ondersteunen bij de diagnostiek en behandeling van auto-immuunblaar ziekten. Daarnaast is het doel te streven naar een multidisciplinaire samenwerking met pathologen, verbeteren van patiëntenregistratie en wetenschappelijke samenwerking. De eerste vergadering is gehouden in februari 2018.

De intentie van de werkgroep is om een richtlijn op te stellen voor diagnostiek en behandeling van auto-immuunblaarziekten. De klinische heterogeniteit van blaarziekten binnen het pemfigoïdspectrum kan de diagnosestelling uitdagend maken. Daarnaast hebben recente ontwikkelingen in diagnostiek van auto-immuunblaarziekten geleid tot de vraag wat de minimale diagnostiek voor pemfigoïd en pemfigus zou moeten zijn en wanneer specifiekere testen moeten worden uitgevoerd voor diagnostiek naar zeldzamere varianten. Eén van de aanleidingen voor de opzet van deze werkgroep zijn de nieuwe inzichten over de eerstekeusbehandeling van pemphigus vulgaris met rituximab (anti-CD20). De publicatie in The Lancet van een vergelijkende studie tussen rituximab en hoge dosering prednisolon als eerstelijnsbehandeling van pemfigus liet een duidelijk hogere effectiviteit zien met minder bijwerkingen (complete remissie in 89% versus 34%). [1] De daaropvolgende vergoeding van rituximab als add-on-therapie voor de indicatie pemphigus vulgaris zal waarschijnlijk leiden tot meer vraag naar behandeling met rituximab. [2] Voor patiënten met pemfigoïd zijn recentelijk de eerste studies naar behandeling met rituximab verschenen, met een evidente toegevoegde waarde bij de behandeling van therapieresistente patiënten. [3] De werkgroep streeft naar de toekomstige beschikbaarheid van rituximab voor de behandeling van auto-immuunblaarziekten in alle academische centra betrokken bij de werkgroep.

Literatuur

1. Joly P, Maho-Vaillant M, Prost-Squarcioni C, et al. First-line rituximab combined with short-term prednisone versus  prednisone  alone  for the treatment of pemphigus (ritux 3): a prospective, multicentre, parallel-group, open-label randomised trial. Lancet 2017; 389(10083):2031-40. doi:10.1016/S0140-6736(17)30070-3.
2. Overzicht van indicaties en aanspraak add-on geneesmiddelen en stollingsfactoren G-standaard maart 2018. www.add-on-2017.nl,versie nummer: 20180215.
3. Lamberts A, Euverman HI, Terra JB, Jonkman MF, Horváth B. Effectiveness and safety of Rituximab in recalcitrant pemphigoid diseases.  Front Immunol 2018;9:248. doi: 10.3389/fimmu.2018.00248.

Correspondentieadres

Barbara Horváth
E-mail: b.horvath@um