We streven er naar
dat iedereen lekker
in zijn vel zit.

Artikelen

Maak kennis met - Christiaan Bakker (2020-05)

Artikel in PDF

Christiaan Bakker, 38 jaar, studeerde geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en kreeg zijn opleiding tot dermatoloog in Groningen. Sinds 2015 werkt hij als dermatoloog in ziekenhuis Ny Smellinghe in Drachten, binnen een maatschap van 6 dermatologen. Regionale faam verwierf hij als columnist van het Friesch Dagblad. Nuchter, serieus alsook met aangeboren kwinkslag beantwoordt hij enkele vragen over het vak, de charme van het schrijven hierover, en zijn wildere jaren.

Wat was als kleine jongen uw toekomstdroom?
“Mijn droom was vroeger om iets met dieren te gaan doen. Tot op zekere hoogte is dat gelukt. Alleen had ik van tevoren niet bedacht dat ik die beesten vooral op de mens in plaats van in de vrije natuur zou aantreffen.”

Was dermatologie een jeugdliefde of een latere liefde? 
Welk ander specialisme zou u achteraf ook mooi hebben gevonden? “Dermatologie is in de geneeskunde bij eenieder slechts een korte flirt. Ik had wel iets met KNO, maar in de praktijk bleek voor mij de K en de N wel uitvoerbaar, maar de O niet. De combinatie van binnensmonds praten en dove mensen is een moeizame. Bovendien ben ik nog steeds zoekende naar het gereedschap dat in het binnenoor zou moeten liggen.

Wat maakt een dermatoloog tot een goede dermatoloog? Kortom, wat zijn de kernwaarden van een dermatoloog? 
“Visuele scherpte, efficiënt in handelen en communicatie. En eigenlijk is elke dermatoloog natuurlijk van nature slim. Daar komen andere specialisten op latere leeftijd met lede ogen achter.” 

Hoe komt een mens in Drachten terecht? 
“Het is de grootste stad in Nederland (50.000 inwoners) zonder treinverbinding. Dus met de auto …

U bent, als columnist van het Friesch Dagblad, bekend tot aan de buitengrenzen van Friesland, nemen wij aan. Hoe kwam u dat u als columnist aan de slag ging? 
“In ons ziekenhuis is wekelijks een stafberaad met casuïstiekbespreking. Een uniek concept, waardoor korte lijntjes nog korter worden. Aldaar sprak ik weleens de chirurg die destijds de column verzorgde. Op een gegeven moment stopte hij en vroeg of ik iemand wist.”

Wat is er nou zo leuk aan om columnist te zijn? Kunt u het andere dermatologen aanraden? 
“Het geeft je alle vrijheid om je belevenissen en gedachten weer te geven. Daarbij is het iets met een kop en een staart en het geeft een kick en voldaan gevoel als ‘ie’ af is en goed.”

Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen dermatologie en schrijven? 
“Het grootste verschil is dat geneeskunde vrij reactief is en schrijven proactief. Een ziekte biedt zich aan, een leeg blad moet je zelf vullen. Een overeenkomst is dan wellicht de diversiteit.”

Voelt u zich als auteur een ambassadeur van het vak? Krijgt u veel reacties van lezers?
“Ik voel mij zeker een ambassadeur en doe mijn best ons vak-en vakmanschap uit te dragen met daarbij aandacht voor educatie. Sommige dagen hoor ik niks en andere dagen heb ik meerdere mensen die voor mij naar het ziekenhuis komen.”

Wie schrijft, leest vermoedelijk ook graag. Wat zijn uw favoriete auteurs of welke boeken kunt u aanraden? Als lezer dus, niet als dermatoloog. 
“Een mooi boek vind ik Reis naar het einde van de nacht van Louis-Ferdinand Céline. Die tekst danst, dat vind ik zelf ook het mooist als dat (een beetje) lukt.”

Wat doet u graag in uw vrije tijd? 
“Tja, een beetje saai antwoord: ik laat mijn vrije tijd oprecht graag opeten door mijn drie kleine mannen.”

Waarvoor mogen ze u ’s nachts wakker maken? 
“De eerste lancering naar Mars.”

Wat is uw guilty pleasure? 
“Eigenlijk betrap ik mij er elk jaar weer op dat ik mijn vrouw attendeer op programma’s als Temptation Island en Boer zoekt vrouw. En dan zit ik er toevallig naast, ken ik alle boeren en vrouwen en heb daar een mening over. Wel een handige pleasure de dag erna op de poli met 40 dames.”

Hoe is uw persoonlijke verhouding tot de eigen huid? 
“In de wilde jaren sprong ik er wat robuust mee om, zoals met coconut-oil onder het gat in de ozonlaag liggen tijdens mijn studie in Melbourne. Nu met de weinige haren die ik heb, ga ik daar beter mee om.”

Gaan we u nog terugzien als columnist in een grote landelijke krant?
“Wie weet! Idealiter schrijf ik nog eens een roman”