We streven er naar
dat iedereen lekker
in zijn vel zit.

Artikelen

Wetenschap - Leidraad Lichttherapie 2020: samenvatting (2021-02)

Artikel in PDF
M.H.E. Vos, I.M. Haeck, A.F.S. Galimont-Collen

In het kader van de gesprekken met de zorgverzekeraars over de vergoeding van lichttherapie startte in september 2020 de ontwikkeling van een leidraad voor lichttherapie. Met behulp van de leidraad wil de NVDV de vergoeding van lichttherapie behouden voor die patiënten die daar baat bij hebben. Het doel van de leidraad lichttherapie is het verstrekken van een wetenschappelijke en klinische onderbouwing voor de behandeling van dermatosen anders dan psoriasis, vitiligo en uremische jeuk met lichttherapie. Voor die drie aandoeningen staat de vergoeding van lichttherapie niet ter discussie. Daaruit vloeit voort een overzicht van aangescherpte indicaties voor de toepassing van lichttherapie voor aandoeningen waar de vergoeding wel ter discussie staat, met als doel beperking van praktijkvariatie, voor zover die niet goed is te verklaren op medische gronden. Tevens is een lijst een voorlopige zeldzame diagnosen opgenomen, waarvoor in samenspraak met de zorgverzekeraars een uitzonderingspositie zal gelden wat betreft de vergoeding van lichttherapie.

UV lichttherapie

Dermatologen passen lichttherapie wereldwijd al decennia lang succesvol toe bij een grote verscheidenheid aan huidaandoeningen. Het basisprincipe van de werking van UV-lichttherapie gaat uit van immuun modulerende effecten. Er is sprake van suppressie van cellulaire immuniteit, maar ook activering van aangeboren immuniteit in de huid en daarmee een antimicrobiële werking door middel van het actief vrijmaken van antimicrobiële eiwitten uit de huid. [1] Er zijn duidelijke aanwijzingen dat UVA1 verschilt van UVB (denk aan bijvoorbeeld het effect bij lupus erythematosus) daar UVA1 antagonistisch kan werken op UVB effecten door activatie van IL12/cellulaire immuniteit. Ook is er sprake van een overlappend jeukstillend effect. Onderliggende mechanismen zijn inductie van apoptose, inhibitie van Langerhans-cellen en verandering van de cytokine productie. [2] Lichttherapie heeft een plaats ter aanvulling van of bij onvoldoende werkzaamheid van lokale behandeling en kan een kostbare systemische behandeling uitstellen of zelfs voorkomen.

Indicatie lichttherapie bij psoriasis, vitiligo en uremische jeuk 

Dermatologen passen lichttherapie standaard toe bij psoriasis, vitiligo en uremische jeuk. Effectiviteit van lichttherapie is bij deze eerste groep huidziekten uitvoerig beschreven in de wetenschappelijke literatuur en staat daarmee niet ter discussie. Uitgebreide wetenschappelijke onderbouwing is onder andere terug te vinden in de NVDV richtlijn Psoriasis en de NVDV richtlijn Vitiligo. De wetenschappelijke onderbouwing voor uremische jeuk zal een plek krijgen in de NVDV richtlijn Jeuk die momenteel in ontwikkeling is.

Indicatie lichttherapie bij veelvoorkomende dermatosen 

Deze groep bestaat uit enkele veel voorkomende huidaandoeningen, namelijk: eczeem, lichen planus, polymorfe lichteruptie, parapsoriasis en chronische pruritus. Bij deze huidaandoeningen heeft een subgroep van patiënten baat bij lichttherapie. Het effect hiervan is bewezen in klinische trials. Behandeling met lichttherapie valt te overwegen in het geval van onvoldoende effectiviteit van een andere therapie of contra-indicatie voor systemische therapie. De leidraad biedt wetenschappelijke onderbouwing voor deze dermatosen. Voor deze groep moet een goed onderbouwde indicatiestelling ten grondslag liggen aan een behandeling met lichttherapie. Er is een algemene lijst met indicaties en contra-indicaties opgesteld waaraan voor deze huidaandoeningen voldaan moet worden alvorens lichttherapie geïndiceerd is. Daarnaast gelden voor de dermatosen enkele unieke indicaties (tabel 1).

Indicatie lichttherapie bij zeldzame dermatosen 

Deze groep bestaat uit een breed scala van zeldzame huidziekten (prevalentie <1:2000). Voor deze groep is onderbouwing van de effectiviteit van lichttherapie niet haalbaar, omdat groepen te klein zijn om studies met adequate patiënten aantallen uit te voeren. Een uitzondering betreft de zeldzame groep cutaan T-cel lymfomen (CTCL). Voor CTCL is het effect van lichttherapie wel uitgebreid aangetoond in multicenter onderzoek. Het wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit bij CTCL is ter kennisname aan deze leidraad toegevoegd. De NVDV heeft een voorlopige ruwe lijst opgesteld van zeldzame diagnosen waarin behandeling met lichttherapie een plaats heeft (tabel 2). Het is mogelijk dat deze lijst op een later moment nog kleine wijzigingen ondergaat.

Zie voor de volledige tekst van deze Leidraad: https://nvdv.nl/professionals/nvdv/standpunten-en-leidraden/lichttherapie-leidraad

Literatuur 

1. Dotterud LK, Wilsgaard T, Vorland LH, Falk ES. The effect of UVB radiation on skin microbiota in patients with atopic dermatitis and healthy controls. Int J Circumpolar Health. 2008;67:254–60.
2. Gambichler T, Kreuter A, Tomi NS, Othlinghaus N, Altmeyer P, Skrygan M. Gene expression of cytokines in atopic eczema before and after ultraviolet A1 phototherapy. Br J Dermatol. 2008;158:1117–20.

Correspondentieadres 

Loes Vos
E-mail: l.vos@nvdv.nl