Artikelen
Voorwoord - Liefde in tijden van corona (2020-04)
Artikel in PDF
R.C. Beljaards
Dit is geen vrolijke column, want kan ik dezer dagen over iets anders schrijven dan over het coronavirus dat zo ongenadig ons aller leven beheerst? En wat valt hierover nog aan te vullen? De televisie en de radio, de kranten en alle andere media, er valt niet te ontkomen aan de stortvloed dieptrieste berichten. De informatie gaat zo snel, dat deze column bij verschijning mogelijk al ingehaald is. Misschien zou stilte op dit moment het beste zijn. De gedachten gaan dezer dagen uit naar het zorgpersoneel op de ic’s, naar de ouderen en kwetsbaren die eenzaam opgesloten zitten in hun woning, en naar diegenen die zijn overleden en hun familie. Het zal u in het werkzame leven niet anders vergaan zijn dan mij: het stilvallen van onze natuurlijke biotoop, het poliklinische spreekuur, om te worden vervangen door slechts telefonische consulten, een enkele live-patiënt daargelaten. Het is voor dermatologen, die normaliter letterlijk aan hun patiënten zitten en zich nu moeten behelpen met foto’s, een buitengewoon tegennatuurlijke situatie. Het overvolle spreekuur met veel hectiek en contacten bestaat even niet meer.
In de Middeleeuwen zijn naar schatting 200 miljoen mensen overleden aan de pest. Men had toen geen idee wat hen overkwam, behalve een straffe Gods. Vanwege het ontbreken van inzicht in de oorzaak en beschikbaarheid van hygiënische maatregelen kwam men niet verder dan het verbranden van pek in vuurkorven, uiteraard zonder enig soelaas. Ofschoon de wetenschap inmiddels lichtjaren verder is, weten we ook nu verschrikkelijk weinig over het rondwarende SARS-CoV-2. Sterker nog, het lijkt alsof de hele wereld erdoor is overvallen. Niet langer dan drie weken geleden (ik schrijf dit eind maart), het was de uitzending van 6 maart, vroeg Ron Fresen in zijn wekelijks gesprek met de minister-president of hij hem nog de hand mocht schudden, waarop Rutte met een “….Dat mag allemaal, kom maar” hem ferm de hand drukte. Men kan met niets anders dan verbazing kijken hoe snel een mens zich ander handelen aanleert. Een handdruk nu lijkt iets uit het Stenen Tijdperk, een cirkel van anderhalve meter is de nieuwe private ruimte geworden en begint al behoorlijk natuurlijk aan te voelen. Het brein signaleert beelden van voor maart met mensen op intieme afstand al onbewust als niet kloppend. De #MeToo lijkt zichzelf opgelost te hebben. De onwetendheid en ontstane machteloosheid leidden tot maatregelen die niets meer zijn dan containment van het virus, uitgevoerd in verschillende modellen. De meeste landen hebben een complete lockdown uitgevaardigd om verspreiding te voorkomen. In Nederland is het adagium “flatten the curve”, met als doel een collectieve immuniteit onder de bevolking op te bouwen, maar feitelijk is ook deze maatregel weinig anders dan een passieve beperking van overdracht van het virus. Het moment van een noodzakelijke groepsimmuniteit van 60% zal - naar verwachting - echter vele jaren op zich laten wachten. En ondertussen varen we in dichte mist, met de kennis dat slechts 10% van de patiënten met griepverschijnselen het SARS-CoV-2 daadwerkelijk bij zich draagt. De wetenschap heeft de plicht om meer kennis te verzamelen, want alleen dat zal de strijd tegen het virus in ons voordeel kunnen keren. Alle andere maatregelen zonder enige feitelijkheid hebben inherent het risico dat het virus vroeg of laat terugkeert. Meer informatie over wie het virus heeft en begrip over waar het virus zich bevindt, is onontbeerlijk. Welke sociale groepen worden getroffen? Wat houdt kwetsbaarheid in, en speelt bijvoorbeeld comedicatie een rol (zie In het Kort)? Het nu geplande onderzoek via de bloedbank onder 10.000 mensen lijkt veel te beperkt; slechts uitgebreid testen zal de genoemde spreekwoordelijke mist doen oplossen. De enige optie is testen van een groot deel van de bevolking. Eventueel kan dit onderzoek worden uitgebreid met een systeem van track and trace, de regering heeft onder de huidige noodomstandigheden de bevoegdheid hiertoe; wie nu zeurt over privacy heeft wat te verbergen. En bovenal is antwoord op de vraag “Wie heeft het virus al gehad?” van eminent belang. Dit vraagt om een taskforce met integratie van alle noodzakelijke disciplines zoals epidemiologen, virologen, biochemici en genetici. En bovendien een enorme financiële investering. En ondertussen zoekt de mens naar houvast. Inmiddels ben ik begonnen met het herlezen van het boek De stad der blinden van de Nobelprijswinnaar José Samarago. De besmetting van een hele bevolkingsgroep en de isolatie van zieken komen verdacht bekend voor. Maar de uiteindelijke volledige destructie van de maatschappelijke samenhang biedt weinig troost.
Ik wens u vanaf deze plaats veel sterkte met het uitoefenen van ons mooie beroep in deze barre periode, en vooral: blijf gezond. Anderhalve meter afstand voor 17 miljoen mensen op bijna 34.000 km2 landoppervlak. Dat moet toch te doen zijn, totdat onze wetenschappers de sleutel hebben gevonden?
Correspondentieadres
Rob Beljaards
E-mail: r.beljaards@nvdv.nl